Functieprofiel Recruiter

Doel functie

De Recruiter speelt een belangrijke rol in de groei, ontwikkeling en continuering van de organisatie door het identificeren, boeien en activeren van de juiste talenten op de arbeidsmarkt. De Recruiter brengt de relevante doelgroepen in kaart en gaat planmatig deze talenten interesseren voor een overstap naar SPRING. Hierdoor is SPRING binnen een krappe arbeidsmarkt in staat goed gekwalificeerde professionals aan de organisatie te binden. In de gebieden waar SPRING nog een onbekende organisatie is, zorgt de Recruiter ervoor dat SPRING bekend wordt als aantrekkelijke werkgever. Hij draagt bij aan een duurzaam werving en selectiebeleid.

Taakgebieden

De recruiter heeft taken op de volgende gebieden:

  • In kaart brengen van de juiste talenten op de arbeidsmarkt.
  • Verbinding tot stand brengen en in stand houden met andere partners rondom SPRING heen, gericht op werving en selectie.
  • Werving en selectieproces meer digitaliseren en verduurzamen.
  • In nieuwe gebieden bekendheid creëren voor SPRING als aantrekkelijke werkgever.
  • De organisatie gevraagd en ongevraagd adviseren op het gebied van werving en selectie, en boeien en binden van professionals. De taakgebieden zijn samengevoegd in de volgende resultaatgebieden:  

Werving en selectie

Resultaatgebieden

1. Werving en selectie

2. Marketing en communicatie

3. Beleid

  • Werving: Neemt vacatures aan, stelt waar nodig het functieprofiel op en verwerkt deze op de juiste manier in het systeem. Zet nieuwe vacatures uit door middel van e-mail, vacature plaatsen op eigen en andere websites, online kanalen en zoekt in eigen aangelegde database en in eigen professioneel netwerk. Daarbij wordt vanuit professionaliteit en het juiste inzicht in aangeboden informatie van mogelijke kandidaten gezocht en gefilterd.
  • Voorselectie: zoekt in het kandidatenbestand naar geschikte kandidaten o.b.v. het functieprofiel. Zet e-recruitment technieken pro-actief in bij het matchen van de concrete aanvraag. Zoekt naar geschikte kandidaten via diverse kanalen. Selecteert interessante kandidaten die passen bij het geschetste functieprofiel en benadert ze actief.
  • Kwalitatief kandidatenbestand opbouwen: Bent continue op zoek naar potentiële kandidaten (actief en passief werkzoekenden) en uitbreiding van een kwalitatief kandidatenbestand, gebruikmakend van diverse kanalen.
  • Selectie: Zoekt uit alle reacties en uitgefilterde kandidaten de beste matches met de vacatures en stelt deze voor aan de manager(s). Managers plannen selectiegesprekken waarbij recruiter in overleg bij kan ondersteunen.
  • Procesbewaking: Heeft een proces bewakende en faciliterende rol richting management.
  • Afwijzingscommunicatie en opvolging: Draagt zorg voor de communicatie naar afgewezen kandidaten en voor het eventueel in portefeuille nemen van kandidaten.
  • Netwerk: Bouwt voor de uitvoering van het werk een relevant intern en extern netwerk op en onderhoudt dit en weet dit zo breed mogelijk in te zetten.

Marketing en communicatie

  • Draagt zorg voor het op een eigentijdse wijze manier wegzetten van vacatures, die aansluit bij de te bereiken doelgroep(en).
  • Zorgt (op creatieve wijze) dat SPRING in nieuwe gebieden bekend wordt als een aantrekkelijke werkgever.

Beleid

  • Adviseert en helpt de organisatie bij de verduurzaming van inzet van professionals.
  • Komt gevraagd en ongevraagd met verbetersuggesties ten aanzien van arbeidsvoorwaarden en werkgeverschap.

Functie-eisen

  • Een afgeronde HBO opleiding, passend bij het werkveld.
  • Minimaal 2 jaar werkervaring als recruiter, bij voorkeur binnen het sociaal domein
  • Gedegen visie op het beheren en activeren van talentenpools en proactief en gestructureerd benaderen van de relevante doelgroepen.
  • Aantoonbare ervaring met strategisch en tactisch recruitment in combinatie met arbeidscommunicatie en marketing.
  • Oog voor en interesse in nieuwe ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
  • Een gesprekspartner die in staat is de organisatie mee te nemen in verandering op van talentenbenadering en duurzame inzetbaarheid van medewerkers.
  • Een actief netwerk dat ingezet kan worden.


Competenties

Specifieke Competenties

Klantgerichtheid: Onderzoeken van wensen en behoeften van de klant en hiernaar handelen. Anticiperen op behoeften van klanten. Hoge prioriteit geven aan servicebereidheid en klanttevredenheid.

Visie: Afstand nemen van de dagelijkse praktijk; zich concentreren op hoofdlijnen en lange termijnbeleid.

Creativiteit: Met oorspronkelijke oplossingen komen voor problemen die met de functie verband houden. Nieuwe werkwijzen bedenken ter vervanging van bestaande.

Initiatief: Kansen signaleren en er naar handelen. Liever uit zichzelf beginnen dan passief afwachten.

Resultaatgerichtheid: Het actief gericht zijn op het behalen van resultaten en doelstellingen en de bereidheid om in te grijpen bij tegenvallende resultaten.

Basiscompetenties

Oordeelsvorming: op basis van beschikbare informatie juiste en realistische conclusies trekken.

Luisteren: tonen belangrijke informatie op te pikken uit mondelinge mededelingen.

Doorvragen; ingaan op reacties.

Overtuigingskracht: proberen anderen te overtuigen van een bepaald standpunt en trachten instemming te verkrijgen door gebruik te maken van de juiste argumenten en methode.

Samenwerken: actieve bijdrage leveren aan een gezamenlijk resultaat of probleemoplossing, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van persoonlijk belang is.

Sensitiviteit: zich bewust tonen van andere mensen en de omgeving alsmede de eigen invloed hierop. Gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen.

Organisatiesensitiviteit: onderkennen van invloed en gevolgen van eigen beslissingen of activiteiten op andere onderdelen van de organisatie; onderkennen van belangen van andere onderdelen van de eigen organisatie.

Probleemanalyse: signaleren van problemen; herkennen van belangrijke informatie; verbanden leggen tussen gegevens; opsporen van mogelijke oorzaken van problemen; zoeken naar ter zake doende gegevens.

Zelfontwikkeling: Inzicht hebben in de eigen sterktes en zwakten. Op basis hiervan acties ondernemen om eigen kennis. Vaardigheden en competenties te vergroten/verbeteren en zo doende beter te presteren.

Aanpassingsvermogen: Doelmatig blijven handelen door zich aan te passen aan veranderende omstandigheden, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen.

Omgevingsbewustzijn: Laten blijken goed geïnformeerd te zijn over maatschappelijke, politieke en economische ontwikkelingen en deze kennis effectief benutten voor de eigen functie of organisatie

Netwerken: Het opbouwen van relaties en netwerken die van pas komen bij het realiseren van doelstellingen. Informele netwerken effectief aanwenden om zaken voor elkaar te krijgen.

Ondernemerschap: Signaleren en zakelijk afwegen van kansen in de markt zowel voor bestaande als nieuwe producten/diensten; risico’s aangaan ten einde zakelijk voordeel te behalen.

Flexibel gedrag: indien zich problemen of kansen voordoen de eigen gedragsstijl veranderen teneinde het gestelde doel te bereiken.

elm-single-1
elm-single-2
elm-single-3
elm-single-5
elm-single-6
elm-single-7
elm-single-8
elm-single-9
Search Close Toon zoeken Menu Close Toon menu
Naar de top Search Close Toon zoeken